hellingbaan bb confrontatie

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 8

confronteren

Transcript

LEERKRACHT: Wat voorspel je als ik deze erin ga doen? En wat voorspel je als ik deze erin ga doen? Fanta en fanta zero. Meike wat denk jij?
LEERLING: Ik denk dat ze allebei zinken.
LEERKRACHT: En waarom denk je dat?
LEERLING: Omdat ze allebei best wel zwaar zijn, want het zit er nog in. 
LEERKRACHT: Oké.

LEERLING: Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat.. wat zit er in zero? 
LEERKRACHT: Wat zit er in zero? 
LEERLING: Waarom heet het zero? 
LEERKRACHT: Ja, dat heeft te maken met wat erin zit. 
LEERLING: Wat zit er dan niet in zero maar wel in fanta? 
LEERKRACHT: Wat denk jij dat het verschil is?
LEERLING: (.....)  
LEERKRACHT: Kan.
LEERLING: Geen prik.
LEERKRACHT: Kan. Heb je wel eens cola zero geproeft? Of fanta zero?
LEERLING: (Schud nee met zijn hoofd). 
LEERLING: Ik denk dat de linker gaat zinken en de rechter blijft drijven, want ik denk dat er in de rechter meer suiker zit dan in die andere. 
LEERKRACHT: We gaan kijken. We doen het erin. 

LEERLING: Hij zweeft.
LEERKRACHT: Hij zweeft. Wacht even. Zweeft hij echt, Lily?
LEERLING: Nee, hij staat op de..
LEERKRACHT: Wat doet hij?
LEERLING: Hij zinkt. 
LEERKRACHT: Hij zinkt. Deze, let op! (Ander blikje wordt in de bak gedaan). Wat doet die? 
LEERLING: Die zweeft. 
LEERKRACHT: Die zweeft. Dus wat zou je kunnen zeggen? Sofie?
LEERLING: Dat fanta zero, dat die dus zweeft. En dat de gewone fanta, dat die zinkt.  
LEERKRACHT: Okee.
5:LEERKRACHT: Wat zei jij net bij die cola? 
LEERLING: Misschien is het met de cafeïne?
LEERKRACHT: Ja. Klopt dat dan denk je? Wat jij zegt?
LEERLING: Nee, blijft niet drijven.
LEERKRACHT: Blijft niet drijven.
LEERLING: Maar het zou er wel aan kunnen liggen. Volgens mij ligt het aan de suiker. Misschien is suiker zwaarder dan zoetstof. 

LEERKRACHT: Wat is een experiment? Jorien? 
LEERLING: Nou dat is eigenlijk een soort van proefje eigenlijk. Je checkt of iets klopt. 
LEERKRACHT: Je checkt of iets klopt. Wat goed!  

Omschrijving

In deze eerste les introduceert de leerkracht het begrip ‘experiment’ aan de hand van een experiment met verschillende blikjes frisdrank (light, zero en regular) en een bak water. Kinderen doen voorspellingen: zal het blikje blijven drijven of zal het zinken? 

Wilt u ook aan de slag met de hellingbaan in uw klas? Kijk hier voor alle materialen. 

Kijkwijzer

Zie je dat de leerlingen meteen gaan zoeken naar verschillen tussen zero en regular? Wat zit er in het ene blikje wel en in het andere blikje niet? Deze variabele kan de reden zijn of het blikje wel of niet blijft drijven. Hoor je dat de leerkracht steeds vragen stelt over wat ze zien gebeuren met de blikjes? Ze stimuleert leerlingen om eerst goed te observeren en na te denken over oorzaken voor het wel of niet drijven, en dan pas conclusies te trekken. 

Lesfasen